De lucht-water warmtepomp is de optimale moderne oplossing voor het verwarmen van een huis van 100 m². Deze technologie combineert hoge energie-efficiëntie, milieuvriendelijkheid en een lager elektriciteitsverbruik in vergelijking met traditionele verwarmingssystemen. Het werkingsprincipe is gebaseerd op het onttrekken van warmte aan de buitenlucht, zelfs bij lage temperaturen tot -25°C, en het omzetten ervan in warmte voor het verwarmen van uw woning.
Dankzij de invertertechnologie past de warmtepomp zich automatisch aan veranderingen in de buitentemperatuur aan en levert zo de benodigde hoeveelheid warmte met een minimaal stroomverbruik. De COP (prestatiecoëfficiënt) bereikt 4–5, wat betekent dat u voor elke 1 kW verbruikte elektriciteit 4–5 kW thermische energie ontvangt. Dat is 4–5 keer efficiënter dan een gewone elektrische ketel. Bovendien werken Mycond-warmtepompen zowel voor verwarming in de winter als voor koeling in de zomer, vooral in combinatie met fancoils, voor comfort het hele jaar door in uw huis.
Belangrijk om te begrijpen: de juiste modelkeuze is niet alleen gebaseerd op 100 m² woonoppervlak. Oppervlakte is niet de enige parameter voor de keuze van een warmtepomp. Er is een berekening nodig van de werkelijke warmteverliezen, die tot vier keer kunnen verschillen — van 3 tot 12 kW, afhankelijk van de kwaliteit van de isolatie.
Maar dat is nog niet alles. Kritisch belangrijk is te begrijpen dat de nominale capaciteit van de warmtepomp wordt opgegeven onder ideale omstandigheden: +7°C buitentemperatuur en +35°C aanvoertemperatuur van het water. In de praktijk, bij -15°C buiten en +55°C voor oude radiatoren, daalt het vermogen met een factor 2–3! Daarom is het selecteren van een warmtepomp niet simpelweg de warmteverliezen delen door het nominale vermogen, maar vraagt het om een complexere berekening.
Dit artikel bevat een gedetailleerde uitleg van dit cruciale verschil, een eenvoudige methode voor de berekening van warmteverlies en 4 concrete, realistische selectiescenario’s met controle van het werkelijke vermogen van de gekozen modellen onder ontwerpomstandigheden. Zonder ingewikkelde tabellen, maar met eerlijke cijfers.

Berekening van warmteverlies volgens bouwfysische normen
Bouwfysische normwaarden voor specifiek warmteverlies per m² maken het mogelijk de behoefte van uw huis snel te beoordelen:
- Nieuwe energiezuinige woningen: 30–50 W/m², wat voor 100 m² 3–5 kW oplevert
- Gerenoveerde woningen: 50–70 W/m², wat 5–7 kW oplevert
- Oude, niet-geïsoleerde woningen: 100–120 W/m², wat 10–12 kW oplevert
Formule voor de benodigde warmtepomp-capaciteit:
Warmteverlies × veiligheidsfactor 1,1 (10% marge)
Rekenvoorbeeld: oud huis 100 m², 110 W/m² geeft 100 × 110 = 11000 W of 11 kW warmteverlies. Vermenigvuldig met 1,1, dan krijgt u 12,1 kW.
Let op! Dit is het benodigde thermische vermogen bij de ontwerptemperatuur van uw regio (de laagste buitentemperatuur die kenmerkend is voor uw omgeving, meestal van -10°C tot -25°C), en niet het nominale vermogen van de warmtepomp zoals de fabrikant het opgeeft bij +7°C.
Dit is een indicatieve snelberekening. Voor een nauwkeurige berekening met inachtneming van alle factoren (plafondhoogte, aantal ramen, hun kwaliteit, oriëntatie van het huis, wanddikte) is het beter een professional te raadplegen. Maar de genoemde normwaarden bieden een goede leidraad voor modelkeuze. Het belangrijkste is het verschil te begrijpen tussen nominale en werkelijke capaciteit.
KRITISCH BELANGRIJK: nominale versus werkelijke capaciteit van de warmtepomp
De nominale capaciteit die de fabrikant opgeeft (bijvoorbeeld 9 kW of 12 kW) is het vermogen onder gestandaardiseerde testomstandigheden: +7°C buitentemperatuur en +35°C aanvoertemperatuur van het water (aangeduid als A7/W35 volgens de Europese norm EN 14511). Dit zijn ideale omstandigheden voor een warmtepomp: hoge COP, maximale efficiëntie.
Maar in de praktijk in de winter zijn de omstandigheden heel anders! De buitentemperatuur kan -10°C, -15°C, -20°C zijn, en voor oude radiatoren is +50–55°C aanvoertemperatuur nodig. Onder dergelijke omstandigheden daalt het vermogen van een warmtepomp 1,5–3 keer, afhankelijk van model en technologie.
Beschouwen we de vermogensdaling aan de hand van de BeeSmart MHCS035 met een nominale waarde van 9 kW:
- Condities +7°C/W35: werkelijk vermogen 9,2 kW (100% van de nominale waarde), COP 4,48
- Condities -7°C/W35: werkelijk vermogen 5,7 kW (62% van de nominale waarde), COP 2,97
- Condities -15°C/W35: werkelijk vermogen 4,4 kW (48% van de nominale waarde), COP 2,40
- Condities -7°C/W55: werkelijk vermogen 4,88 kW (53% van de nominale waarde), COP 1,73
- Condities -15°C/W55: werkelijk vermogen 3,63 kW (39% van de nominale waarde), COP 1,39
Kritische conclusie: als uw huis bij -15°C een warmteverlies van 9 kW heeft en voor oude radiatoren +55°C aanvoertemperatuur nodig is, dan levert de BeeSmart-warmtepomp met 9 kW nominale capaciteit slechts 3,63 kW werkelijk vermogen — absoluut onvoldoende! Er is een warmtepomp nodig met een nominale waarde van minimaal 19–24 kW of een bivalente opstelling (kleinere warmtepomp + back-upketel).
Dit is de meest voorkomende fout bij de selectie van apparatuur: men kijkt alleen naar het nominale vermogen en houdt geen rekening met de werkelijke gebruiksomstandigheden.
Alle fabrikanten geven gedetailleerde prestatietabellen voor verschillende temperaturen. U moet beslist kijken naar het werkelijke vermogen bij de ontwerptemperatuur van uw regio en bij de benodigde watertemperatuur (W35 voor vloerverwarming, W45–50 voor laagtemperatuurradiatoren, W55 voor oude radiatoren). Precies deze cijfers, en niet het nominaal, bepalen of een model geschikt is.

Overzicht van de drie Mycond-series
Vergelijkende kenmerken van de Mycond-series:
MBasic
Modellen: MHM-U06HL (7,2 kW), MHM-U09HL (9,7 kW), MHM-U12HL (11,9 kW)
Compressor: Zhuhai Landa
SCOP: 4,50–4,65, klasse A+++ bij W35
Kenmerken: monoblock-constructie, basisfunctionaliteit, afstandsbediening, Mycond-app, speciale warmtewisselaarcoating, werking tot -25°C
Voor wie: particuliere woningen met een eenvoudig verwarmingsschema (één circuit), optimale balans mogelijkheden-eenvoud zonder te betalen voor overbodige functies
BeeSmart
Modellen: MHCS035 NBS of UBS (9 kW), MHCS045 NBS of UBS (12 kW), MHCS050 NBS of UBS (15 kW), MHCS070 NBS of UBS (19 kW)
Compressor: Mitsubishi Electric
SCOP: 4,72–4,98 (de hoogste waarde binnen Mycond), klasse A+++
Kenmerken: split-systeem of AIO (all-in-one, alles-in-één) met interne hydromodule en boiler voor sanitair warm water, weersafhankelijke regeling, slimme aansturing van twee circuits via mengventielen, Modbus-integratie, smart home, Smart Grid, compressorfrequentie tot 90 Hz
Voor wie: complexe systemen met twee of meer circuits, automatisering, integratie in smart home, commerciële objecten, cascadeschema’s, maximale efficiëntie en functionaliteit
BeeThermic
Modellen: MHCM 06 SU1A (6 kW), MHCM 10 SU1A (10 kW), MHCM 14 SU3A (14 kW), MHCM 18 SU3A (18 kW), MHCM 24 SU3A (24 kW)
Compressor: Panasonic Wanbao met EVI-technologie (Enhanced Vapor Injection)
SCOP: 4,47–4,58, klasse A+++ bij W35 en A++ bij W55
Kenmerken: monoblock, EVI-technologie voor extreme vorst, behoudt 55–65% vermogen bij -15°C en 60–70% vermogen bij -25°C (waar gewone warmtepompen 50–60% van het nominaal verliezen), intelligente ontdooiing, storingsbestendig, autoherstel, werking getest bij -25°C
Voor wie: koude klimaatzones waar de temperatuur regelmatig onder -15°C zakt, bergachtige gebieden, strenge winters, wanneer stabiele werking zonder vermogensverlies bij vorst cruciaal is, monovalente schema’s in koud klimaat
Alle drie series hebben klasse A+++, Heat Pump Keymark, koudemiddel R32 en een aanvoertemperatuur tot +55°C, en zijn daardoor geschikt voor de meeste verwarmingssystemen, inclusief oude radiatoren. Het verschil zit in de specialisatie: MBasic — universeel voor eenvoudige systemen, BeeSmart — voor complexe systemen met automatisering, BeeThermic — voor extreem koud klimaat. Maar het allerbelangrijkste bij de modelkeuze is: kijk niet alleen naar de nominale capaciteit, maar naar het werkelijke vermogen bij uw specifieke gebruiksomstandigheden (buitentemperatuur en aanvoertemperatuur van het water).

Praktische selectiescenario’s met controle van het werkelijke vermogen
Scenario A: nieuwe energiezuinige woning
Kenmerken: warmteverlies 4 kW (berekening: 100 m² × 40 W/m²)
Verwarmingssysteem: vloerverwarming met aanvoertemperatuur +30–40°C of fancoils met aanvoertemperatuur +35–45°C
Klimaatzone: gematigd, ontwerptemperatuur -15°C
Aanbeveling: Mycond MBasic MHM-U06HL, nominale capaciteit 7,2 kW
Controle van het werkelijke vermogen: bij -15°C/W35 levert model MHM-U06HL circa 4,5–5 kW werkelijk vermogen, wat meer is dan het warmteverlies van 4 kW, dus ideaal geschikt
Motivering: een laagtemperatuursysteem (vloerverwarming of fancoils, W35) maakt een hoge COP van 4,3–4,5 mogelijk, zelfs bij -15°C. De warmtepomp behoudt 60–70% van het nominale vermogen, ruim voldoende om 4 kW warmteverlies te dekken. Een monovalente opstelling zonder back-upbron is het meest economisch in gebruik.
Alternatief: BeeSmart MHCS035 (nominaal 9 kW), als geavanceerde automatisering, weersafhankelijke regeling of integratie in een smart home via Modbus gepland is. Maar voor een eenvoudige woning met één verwarmingscircuit is dit overkill.
Scenario B: gerenoveerde woning met gecombineerd systeem
Kenmerken: warmteverlies 7 kW (berekening: 100 m² × 70 W/m²)
Verwarmingssysteem: gecombineerd — vloerverwarming op de begane grond + laagtemperatuurradiatoren of fancoils op de verdieping, aanvoertemperatuur +45–50°C
Klimaatzone: gematigd, ontwerptemperatuur -15°C
Aanbeveling: MBasic MHM-U09HL, nominale capaciteit 9,7 kW
Controle van het werkelijke vermogen: bij -15°C/W45 levert MHM-U09HL circa 6–6,5 kW werkelijk vermogen, wat minder is dan 7 kW warmteverlies, maar voldoende voor het bivalentiepunt bij -10°C (levert 7–8 kW, dekt volledig)
Motivering: voor zo’n systeem is een lichte bivalente opstelling optimaal. De warmtepomp MHM-U09HL werkt solo tot het bivalentiepunt (ongeveer -10°C), wat 85–90% van het stookseizoen omvat. Bij lagere temperaturen (-10°C tot -20°C) schakelt automatisch een kleine elektrische back-up van 2–3 kW bij om het comfort te waarborgen.
Alternatief: BeeSmart MHCS045 (nominaal 12 kW), indien aansturing van twee circuits met verschillende temperatuurprogramma’s via mengventielen nodig is (begane grond — vloerverwarming +35°C, verdieping — radiatoren +50°C) met automatische berekening van de optimale temperatuur per circuit, of Smart weersafhankelijke regeling voor automatische optimalisatie. De hogere SCOP 4,74 levert extra stroombesparing op. Het werkelijke vermogen van de MHCS045 bij -15°C/W45 is circa 6,5–7 kW en dekt het warmteverlies.
Scenario C: oud huis met oude radiatoren
Kenmerken: warmteverlies 11 kW (berekening: 100 m² × 110 W/m²)
Verwarmingssysteem: oude gietijzeren of stalen radiatoren, aanvoertemperatuur +50–55°C vereist
Klimaatzone: gematigd, ontwerptemperatuur -15°C
Aanbeveling: MBasic MHM-U12HL, nominale capaciteit 11,9 kW + VERPLICHT bivalent schema met back-upbron (elektrische ketel 4–5 kW of bestaande gasketel)
Controle van het werkelijke vermogen: kritisch — bij -15°C/W55 levert MHM-U12HL slechts 5–6 kW werkelijk vermogen. Dat is minder dan de helft van het nominale 11,9 kW en absoluut onvoldoende voor 11 kW warmteverlies, dus monovalent is onmogelijk.
Motivering van het bivalente schema: de warmtepomp MHM-U12HL dekt de basale belasting tot het bivalentiepunt (ongeveer -7°C). Bij die temperatuur en W55 levert hij circa 7–8 kW, voldoende voor het warmteverlies van het huis bij -7°C. Bij lagere temperaturen (-7°C tot -20°C) schakelt automatisch een back-upketel van 4–5 kW bij voor het extra vermogen. Statistieken tonen dat temperaturen onder -7°C slechts 10–15% van het stookseizoen voorkomen, dus de hoofdbelasting (85–90%) wordt door de efficiënte warmtepomp gedragen met een COP van 2,5–3,5.
Alternatief: BeeThermic MHCM 14 SU3A (nominaal 14 kW), als het een regio betreft met vorst onder -15°C, waar EVI-technologie voordeel biedt. Bij -15°C/W55 levert BeeThermic MHCM 14 SU3A 10,25 kW werkelijk vermogen (73% van het nominaal, bijna dubbel zo veel als gewone warmtepompen) dankzij EVI (Enhanced Vapor Injection). Monovalent is mogelijk of licht bivalent met een kleine back-up van 2–3 kW voor extreme vorst onder -20°C.
Scenario D: koud klimaat met langdurige vorst
Kenmerken: woning van elk type 100 m², warmteverlies 8 kW
Belangrijk kenmerk: klimaatzone met regelmatig temperaturen onder -15°C en vorst tot -25°C gedurende weken, waar gewone warmtepompen 50–60% van het nominale vermogen verliezen. Ontwerptemperatuur -25°C.
Verwarmingssysteem: elk (radiatoren, fancoils, vloerverwarming), watertemperatuur W45
Aanbeveling: BeeThermic MHCM 14 SU3A, nominale capaciteit 14 kW, verplicht vanwege EVI-technologie
Controle van het werkelijke vermogen: kritische berekening — warmteverlies 8 kW bij -15°C, maar bij -25°C stijgt het warmteverlies met nog eens 25–30%, tot 10–10,4 kW. Een gewone warmtepomp MBasic of BeeSmart met 12 kW nominaal levert bij -25°C/W45 slechts 4–5 kW werkelijk vermogen (33–42% van het nominaal), absoluut onvoldoende. BeeThermic MHCM 14 SU3A met EVI levert bij -25°C/W45 7,34 kW (52% van het nominaal, bijna het dubbele van gewone warmtepompen), maar nog steeds minder dan de vraag van 10 kW. Voor een monovalent schema is daarom de BeeThermic MHCM 18 SU3A (nominaal 18 kW) nodig, die bij -25°C/W45 8,9 kW werkelijk vermogen levert.
Motivering: voor een koud klimaat met langdurig strenge winters zorgt alleen EVI-technologie voor betrouwbare, stabiele werking zonder kritisch vermogensverlies bij extreme vorst (getest en bevestigd door Heat Pump Keymark-certificaten). Enhanced Vapor Injection is een extra warmtewisselaar en een dampinjectieklep in de compressor die de prestaties bij lage temperaturen verbetert wanneer de koudemiddeldruk daalt.
Er zijn praktisch geen alternatieven voor dit klimaat: MBasic en BeeSmart hebben in dergelijke omstandigheden een zeer krachtige back-upketel van 6–8 kW nodig, wat het economische voordeel van de warmtepomp tenietdoet. Daarom is BeeThermic met EVI-technologie in regio’s met regelmatige vorst onder -15–20°C de enige juiste oplossing; zelfs als de nominale capaciteit overdreven lijkt, is het werkelijke vermogen bij extreme vorst precies voldoende.

Monovalent versus bivalent: wanneer wat voordeliger is
Er zijn twee hoofdconfiguraties voor het werken met een warmtepomp:
Monovalente opstelling
De warmtepomp werkt alleen, zonder back-upbron, en dekt 100% van het warmteverlies bij elke temperatuur. Geschikt voor:
- Goed geïsoleerde woningen met laag warmteverlies (30–50 W/m²)
- Laagtemperatuursystemen (vloerverwarming, fancoils) W35–40
- Gematigd klimaat zonder langdurige vorst onder -10–15°C
- Koud klimaat, maar met BeeThermic EVI
Bivalente opstelling
De warmtepomp dekt de basale belasting (70–85% van het stookseizoen), en bij piekvors onder het bivalentiepunt schakelt automatisch een back-upketel (elektrisch of gas) in. Geschikt voor:
- Oude woningen met hoog warmteverlies (100–120 W/m²)
- Hoogtemperatuursystemen (oude radiatoren) W50–55
- Gematigd klimaat waar het economisch voordeliger is een minder krachtige warmtepomp + kleine back-up van 3–5 kW te plaatsen dan een zeer krachtige monovalente warmtepomp
Bivalentiepunt — dit is de buitentemperatuur waarbij het werkelijke vermogen van de warmtepomp het warmteverlies van de woning niet meer kan dekken en de back-upbron moet inschakelen. Meestal ligt het bivalentiepunt tussen -5°C en -10°C voor de meeste systemen.
De berekening van het bivalentiepunt hangt af van de nominale capaciteit van de warmtepomp, het verwarmingssysteem (watertemperatuur) en het warmteverlies van de woning. Voorbeeld: oud huis 100 m², warmteverlies 11 kW bij -15°C, verwarmingssysteem — oude radiatoren W55. We installeren MBasic MHM-U12HL (nominaal 11,9 kW). Bij -7°C/W55 levert hij circa 7–8 kW werkelijk vermogen. Het warmteverlies van de woning bij -7°C daalt lineair tot ongeveer 6–7 kW — de warmtepomp dekt volledig. Bivalentiepunt bij -7°C. Bij lagere temperaturen schakelt een elektrische ketel van 5 kW in.
Wanneer monovalent voordeliger is: nieuwe, goed geïsoleerde woningen met warmteverlies tot 50 W/m², laagtemperatuursystemen (vloerverwarming W35 of fancoils W40), gematigd klimaat zonder langdurige vorst onder -10–15°C. Voorbeeld: huis 100 m², warmteverlies 4 kW, MBasic MHM-U06HL (nominaal 7,2 kW) levert bij -15°C/W35 4,5–5 kW, dekt met marge, monovalent. Of een koud klimaat, maar met BeeThermic EVI, die 60–70% van het vermogen bij -25°C behoudt.
Wanneer bivalent voordeliger is: oude woningen met warmteverlies 100–120 W/m², hoogtemperatuursystemen (oude radiatoren) W50–55, gematigd klimaat met periodieke vorst onder -10–15°C. Economisch is het voordeliger een warmtepomp te installeren die 70–85% van de belasting dekt, plus een back-up van 3–5 kW, dan een zeer krachtige monovalente warmtepomp te kopen die het grootste deel van het jaar op 20–40% vermogen met lage COP draait. Voorbeeld: huis 100 m², warmteverlies 11 kW, MBasic MHM-U12HL (nominaal 11,9 kW) plus elektrische ketel 5 kW.
Typen verwarmingssystemen en hun invloed op de vermogenskeuze
Vloerverwarming
Aanvoertemperatuur +30–40°C. De meest optimale optie voor een warmtepomp. Alle drie Mycond-series werken met een COP van 4,3–5,0. Zelfs bij -15°C behouden ze 60–70% van het nominale vermogen. Meest economische exploitatie. Geschikt voor alle series, monovalente opstelling mogelijk.
Fancoils (Fan Coils)
Aanvoertemperatuur +35–45°C. Universele toestellen met ventilator. Belangrijkste voordeel — dubbele functie: verwarming in de winter, koeling in de zomer (bij omschakeling van de warmtepomp naar koelmodus). De temperatuur is optimaal voor een hoge COP. Snelle opwarming van de ruimte dankzij geforceerde luchtcirculatie, in tegenstelling tot radiatoren. Bij -15°C/W40 behouden warmtepompen 55–65% van het nominale vermogen. Ideaal voor alle drie Mycond-series, vooral BeeSmart, waar automatische omschakeling verwarmen-koelen voor jaarrond comfort aanwezig is. Monovalent mogelijk voor goed geïsoleerde woningen.
Laagtemperatuurradiatoren
Aanvoertemperatuur +45–50°C. Moderne aluminium- of bimetaalradiatoren met groot oppervlak, ontworpen voor gebruik met warmtepompen. Alle drie series werken met een COP van 3,0–3,8. Bij -15°C/W45 behouden warmtepompen 45–55% van het nominale vermogen. Geschikt voor renovatie van verwarming, vaak is een lichte bivalente opstelling nodig.
Oude gietijzeren of stalen radiatoren
Aanvoertemperatuur +50–55°C. Alle drie Mycond-series leveren tot +55°C, dus geschikt voor renovatie zonder radiatoren te vervangen. Maar de COP bij W55 is beduidend lager: 2,0–2,8. Bij -15°C/W55 behouden warmtepompen slechts 35–45% van het nominale vermogen. Het is cruciaal dit vermogensverlies mee te wegen bij de modelkeuze. Voor oude radiatoren is vrijwel altijd een bivalente opstelling nodig, waarbij de warmtepomp de basale belasting dekt en bij piekvors, wanneer het vermogen onder 40% van het nominaal zakt, de back-upketel inschakelt.
Installatie: kernpunten
Monoblock (MBasic en BeeThermic): alle componenten in één buitendeel. Voordelen: geen koelleidingen nodig, eenvoudiger vergunning, snellere installatie.
Split-systeem (BeeSmart): buitendeel plus interne hydromodule. Voordelen: compact buitendeel, intern module in de technische ruimte, handig, grotere flexibiliteit. Nadeel: koelleidingen zijn nodig.
Drie hydraulische aansluitvarianten:
- Direct — voor eenvoudige systemen (één circuit)
- Via een hydraulische scheider — voor meerdere circuits
- Met buffervat (100–300 liter) — aanbevolen voor alle systemen, ongeacht radiatortype of klimaat. Het buffervat compenseert verliezen tijdens ontdooicycli, slaat warmte op en zorgt voor stabiele systeemwerking
FAQ
Hoe bereken ik zelf het warmteverlies van een woning van 100 m²?
Vermenigvuldig de oppervlakte van 100 m² met het specifieke warmteverlies: voor nieuw 30–50 W/m² (geeft 3–5 kW), voor gerenoveerd 50–70 W/m² (geeft 5–7 kW), voor oud 100–120 W/m² (geeft 10–12 kW). Vermenigvuldig daarna met factor 1,1 voor marge. BELANGRIJK: dit is een indicatieve snelberekening voor voorlopige modelkeuze. Voor een exacte bouwfysische berekening met alle factoren (plafondhoogte, aantal ramen, hun kwaliteit, oriëntatie van het huis, dikte en materialen van wanden, vloeren, dak) raadpleeg beslist gekwalificeerde specialisten.
Waarom is het nominale vermogen 9 kW, maar levert hij in werkelijkheid 4 kW?
Het nominale vermogen is opgegeven onder standaard testcondities: +7°C buitentemperatuur, W35 (watertemperatuur). Dit zijn ideale omstandigheden. In werkelijkheid, in de winter bij -15°C/W55 voor oude radiatoren, daalt het vermogen 2–3 keer. Dit is normaal voor alle warmtepompen. Bekijk de prestatietabellen voor uw specifieke gebruiksomstandigheden.
Wat is het verschil tussen MBasic, BeeSmart en BeeThermic?
MBasic — basisfunctionaliteit, monoblock, Zhuhai Landa, SCOP 4,50–4,65 — voor eenvoudige systemen. BeeSmart — maximale automatisering, Mitsubishi Electric, SCOP 4,72–4,98 (de hoogste), twee circuits, weersafhankelijk, Modbus — voor complexe systemen. BeeThermic — EVI, Panasonic, SCOP 4,47–4,58 — voor koud klimaat, behoudt 55–65% vermogen bij -15°C. Allemaal klasse A+++, Heat Pump Keymark, R32, tot +55°C.
Is een back-upketel nodig?
Dat hangt af van isolatie, verwarmingssysteem en klimaat. Voor een nieuwe woning met vloerverwarming (W35) in gematigd klimaat — monovalent is voldoende. Voor een oude woning met oude radiatoren (W55) — beter bivalent (warmtepomp + back-up 3–5 kW). Voor een koud klimaat onder -15°C — beter BeeThermic met EVI (monovalent) of andere series + krachtige back-up.
Wat zijn de voordelen van fancoils?
Fancoils (aanvoertemperatuur +35–45°C) zijn optimaal voor warmtepompen. Belangrijkste voordeel — veelzijdigheid: verwarming in de winter, koeling in de zomer. Snelle opwarming dankzij de ventilator. Compact. Geschikt voor alle Mycond-series, vooral BeeSmart met automatische modusomschakeling.
Welke serie is het meest efficiënt?
Qua SCOP is BeeSmart (4,72–4,98) het hoogst. Maar de efficiëntie hangt af van de omstandigheden: voor goed geïsoleerd met W35 werken alle met COP 4,5–5,0; voor koud klimaat is BeeThermic efficiënter dankzij EVI; voor complexe systemen optimaliseert BeeSmart via weersafhankelijkheid. Het meest efficiënt is wat bij uw omstandigheden past: MBasic voor eenvoudig, BeeSmart voor complex, BeeThermic voor koud.
Conclusie
De juiste keuze van een warmtepomp voor een huis van 100 m² is gebaseerd op vier sleutelfactoren:
- Berekening van het werkelijke warmteverlies volgens bouwfysische normen
- KRITISCH BELANGRIJK: begrip van het verschil tussen nominale en werkelijke capaciteit onder uw specifieke gebruiksomstandigheden. Het nominaal is opgegeven bij +7°C/W35, terwijl in de praktijk bij -15°C/W55 het vermogen 2–3 keer daalt. Dit is de meest voorkomende fout!
- Bepaling van het type verwarmingssysteem en het optimale schema: monovalent voor laagtemperatuur (W35–40) of bivalent voor hoogtemperatuur (W50–55)
- Rekening houden met de klimaatzone en bijzondere eisen
Mycond biedt een volledige lijn: MBasic voor eenvoudige woonsystemen (optimale balans), BeeSmart voor complexe systemen met automatisering (hoogste efficiëntie, SCOP tot 4,98, modellen MHCS035, MHCS045, MHCS050, MHCS070), BeeThermic voor koud klimaat (unieke EVI-technologie, stabiele werking bij -25°C). Allemaal — klasse A+++, Heat Pump Keymark, R32, tot +55°C.
Hulp nodig bij het kiezen van het optimale Mycond-model met inachtneming van het werkelijke warmteverlies, het werkelijke vermogen onder uw gebruiksomstandigheden, het type verwarmingssysteem en het klimaat? Onze ingenieurs bieden gratis advies, bevelen het optimale model en aansluitschema (monovalent of bivalent) aan en controleren het werkelijke vermogen bij de ontwerptemperatuur van uw regio. Neem nu contact op via het telefoonnummer op de pagina of vul het contactformulier onderaan de pagina in.
Maak niet de typische fout om alleen op het nominale vermogen en de woonoppervlakte te letten! Vertrouw de modelkeuze toe aan de professionals van Mycond, die alle factoren van uw specifieke woning en verwarmingssysteem meewegen.